Vanaf Amsterdam CS door de plantagebuurt, het Oosterpark en het Flevopark naar de Oranjesluizen in het IJ. Dan langs Schellingwoude, Nieuwendam en het Vliegenbos tot aan de kleine pont weer terug naar CS.
Lees verder
In gedachten zie je de klippers en stoomschepen hier nog liggen aan de kade, beschermd door de Montelbaanstoren aan de Oude Schans. Daar boven stonden de soldaten over het IJ te turen; of er geen veroveraars aankwamen. Een van hen, de hertog Alva, kwam toch ongezien over land en wilde hier zijn kasteel Monte Alba neerzetten. Aan de overkant van de Oude Schans loop je door de oude volkswijken Papenburg en Rapenburg, die in de jaren ’70 ruw van elkaar werden gescheiden door de toegang tot de IJ-tunnel. Ietsje verder op Rapenburg, op de hoek met de Prins Hendrikkade, lag het kantoor en de pakhuizen met koffie, suiker en katoen van de West-Indische Compagnie.
Je loopt langs de Scharrebiersluis, waar schippers vroeger een beroerd pilsje kochten, over de ijzeren brug en dan door de poort van het vroegere Rijksentrepot. Wat lag er allemaal in dat entrepot van de staat, vraag je je af als je langs het lange Entrepotdok wandelt, en waar ligt dat nu, want de pakhuizen zijn omgebouwd tot woningen. Zou je daar willen wonen?
Dan hoor je plots apengekrijs, het komt uit de Plantagebuurt rechts van je. Artis. Toch ook een koloniaal verschijnsel: zoals we twee eeuwen geleden mummies en totempalen uit verre landen meenamen voor in onze musea vingen we de vreemde dieren voor in onze dierentuinen.
Bij de Muiderpoort laten we de Plantagebuurt en Artis achter ons en zien uit op het Tropenmuseum. Daar werden vroeger de plannen gesmeed om verre culturen te gaan onderzoeken en bijzondere voorwerpen te verzamelen. Maar nu hoef je daarvoor niet meer op reis: in Oost vind je vertegenwoordigers van alle culturen. Luister maar naar de gesprekken in het Oosterpark of verderop in de Indische buurt. We lopen een stukje om door het Oosterpark, langs De Schreeuw, het beeld ter herinnering aan Theo van Gogh, die hier om de hoek op de Middenweg werd vermoord. Waan je in het Midden-Oosten tussen de winkeltjes in de Javastraat. Helemaal aan het einde van de Javastraat, na het tunneltje loop je over de Titaantjesbrug in het Flevopark. Hier liepen ooit Bavink en zijn vrienden (romanfiguren van Nescio) als ze aan de oever van het Buiten-IJ gingen zitten mijmeren. Voorbij het park steek je het Amsterdam-Rijnkanaal over om over de oude IJ-dijk naar de Oranjesluizen te lopen. Kijk even hoe de schepen van Amsterdam naar het IJsselmeer hier schutten.
Voorbij de smalle sluisdeuren ben je ineens in Schellingwoude, je gaat een heel andere wereld binnen: dit is Noord. De huisjes zijn klein en puntig, de dijkstraatjes smal en hobbelig. Achter de huizen zie je af en toe het zompige Waterland liggen. Wat later kom je in Nieuwendam, waar je wat kunt uitrusten bij café ’t Sluisje, dat door de buurtbewoners wordt gerund. Dan langs het Vliegenbos (en camping) naar de Meeuwenlaan. Een mix van industriële blokkendozen, aardige woningen en sociale woningbouw. Via het pad langs het IJ komen we bij de pont naar CS.